Luisterexpositie in Verhalenhuis Belvédère
‘Een ode aan mijn vader’
De babi pangangs en foe yong hais dreigen voorgoed van de menukaart te verdwijnen, nu een hele generatie restaurantkoks met pensioen gaat. Zij zijn geportretteerd in de luisterexpositie Chinese Restaurantverhalen van Verhalenhuis Belvédère op Katendrecht, de wijk waar in de jaren ‘20 het eerste Chinese restaurant van Nederland werd geopend.
Jim Tsang (84) herinnert ze zich nog wel, Chinezen met kaalgeschoren voorhoofden en lange haren achterop gebonden in een staart of vlecht, de verplichte haardracht tijdens de Qingdynastie (1644-1912). ‘Ik heb ze nog zien lopen, hier, op Katendrecht. Ze kwamen zo uit China met de boot en bleven.’ Ook zijn vader, Chong Kid, was als zeeman naar Katendrecht gekomen, ooit het eerste Chinatown van Europa. Tijdens de grote havenstaking in 1911 haalden rederijen Chinese arbeiders als stakingsbrekers naar Katendrecht. Ze bleken hardwerkend, goedkoop. En ze bleven. In 1931 telde Katendrecht 1306 Chinese bewoners. Ze werden verliefd op Hollandse meisjes, begonnen pensions, gokhuizen én uiteindelijk ook restaurants. Chong Kid wierf als shipping master zeelui voor de schepen. Daarnaast was hij een van de investeerders in Chong Kok Low, het eerste Chinese restaurant van Nederland. De eigenaar Yuen Wah, woonde samen met de Katendrechtse Jo Kraaijeveld, die het restaurant runde en vloeiend Chinees sprak.
‘de Chinees’
In de beginjaren kwamen er vooral dokters en advocaten eten, mensen met geld. Tot de Tweede Wereldoorlog was Chong Kok Low een van de twaalf Chinese restaurants in Nederland. Pas vanaf de jaren ‘60 gingen Nederlanders massaal naar ‘de Chinees’. Na de onafhankelijkheid van Indonesië in 1947 en Luisterexpositie in Verhalenhuis Belvédère ‘Een ode aan mijn vader’ de terugkeer van militairen en (Indische) Nederlanders, steeg de vraag naar Indisch eten. Chinese restaurants namen Indische koks in dienst. Zo ontstonden er overal Chinees-Indische eethuizen. In 1982 was maar liefst een derde van alle restaurants Chinees(-Indisch). Nu, anno 2019, zijn bijna de helft van de Chinees-Indische restaurants verdwenen. Veel koks en eigenaren gaan met pensioen, hun kinderen kiezen voor ander werk en de vraag naar andere Aziatische keukens neemt toe.
Drie generaties
Om dit erfgoed te bewaren zijn daarom – op initiatief van beeldend kunstenares Fenmei Hu (39) – verhalen van drie generaties Chinese Rotterdammers vastgelegd: Katendrechters, koks en restauranteigenaren van toen en nu. In de luisterexpositie Chinese Restaurantverhalen van Verhalenhuis Belvédère geven hun portretten in beeld, woord n geluid een unieke inkijk in hun leven en de keuken. Taugé bestond vroeger bijvoorbeeld niet, vertelt chef-kok Kim Lam Looi (67). ‘Dat maakten we zelf voor de loempia’s en tjap tjoy.’ De tentoonstelling is onderdeel van het programma Expositiefeuilleton dat het Verhalenhuis samen met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft ontwikkeld, met werken van de Katendrechtse kunstenaar Dolf Henkes. Telkens is er een nieuwe aflevering met persoonlijke levensverhalen van Rotterdammers als vertrekpunt. Speciaal voor de Chinese Restaurantverhalen is een werk dat Henkes schilderde van het interieur van Chong Kok Low in bruikleen van Museum Rotterdam. Ook Fenmei’s ouders hadden vroeger een Chinees-Indisch restaurant. Zelf kwam ze als negenjarig meisje naar Nederland, maakte huiswerk aan de afhaalbalie en hielp mee in het restaurant. Nu laat ze mensen in Rotterdam kennismaken met de Chinese cultuur via verhalen, rondleidingen én via eten.
Meer dan babi pangang
Maggie Chau (36), die zich bij de huidige generatie restauranthouders schaart, serveert ook gerechten met een verhaal. Bijna een eeuw na de oprichting van Chong Kok Low opent zij deze maand Rotterdams nieuwste Chinese restaurant: Shanghai Papa aan de Botersloot. Toen haar vader ernstig ziek werd, na ‘John Chinaman’ met zijn dochter in de Chinezenwijk te Katendrecht, 1922 een leven lang werken in restaurants, ontstond het idee voor Shanghai Papa. ‘Ik wilde zijn kennis niet verloren laten gaan.’ Maggie wil mensen meegeven dat er zoveel meer is dan babi pangang en vertellen waarom eten in de Chinese cultuur haast een filosofie is. ‘Het is echt een ode aan mijn vader en aan eerdere generaties die zo hard hebben gewerkt.’
Chinese Restaurantverhalen
tot 28 februari 2020
Verhalenhuis Belvédère maakt persoonlijke (migratie)verhalen van mensen en gemeenschappen in en rond Rotterdam zichtbaar en creëert ontmoetingen, via tentoonstellingen, Volkskeukens en luistervoorstellingen. Het pand zelf heeft een roemruchte geschiedenis, als jazzdancing tijdens de Tweede Wereldoorlog, worsteltent, bioscoop, Griekse nachtclub en het atelier/woonhuis van kunstenaarsduo Wally Elenbaas en Esther Hartog.
De luisterexpositie Chinese Restaurantverhalen is tot 28 februari 2020 te bezoeken op vrijdag, zaterdag en zondag tussen 11.00 en 18.00 uur aan de Rechthuislaan 1, Rotterdam-Katendrecht.