Het stadspark als de nieuwe place to be
Parken zijn het sieraad van de stad
Deze zomer opende het grootste burgerinitiatief van ons land, het Spoorpark in Tilburg. Waar burgers en bestuurders elkaar vinden, wordt het resultaat beter. Of, zoals bij de opening werd gememoreerd dat wanneer ‘de gemeenteraad op zijn handen moest gaan zitten en de wethouder ook, het park er beter en mooier van is geworden.’
Blikvanger in Tilburg is een gigantische rits van kunstenaar Marieke Vromans ‘die de stad opent naar het groen’. Verderop in het Spoorpark: een scoutinggebouw (ook voor buitenschoolse opvang), stadscamping, beachvolleybalstrand en een 36 meter hoge uitkijktoren. Er is zelfs een stromende beek met boomstammetjes, rotsen en filterende waterplanten. Het pas geopende ‘Central Park van Tilburg’ is anders dan andere Nederlandse parken. Op een voormalig, braakliggend rangeerterrein van de NS hebben Tilburgers hun ‘droompark’ aangelegd. Laat bewoners iets bedenken en uitvoeren dat past in de ‘doe-democratie’ dacht de gemeente in 2015 en trok hiervoor acht miljoen euro uit. 70 vergaderingen en 81 ideeën later is er een 7,5 hectare groot park voor en door de stad. De voordelen van dit grootste burgerinitiatief van Nederland: de aanleg is goedkoper door de duizenden vrijwilligersuren, er is geen enkel bezwaarschrift binnengekomen en er is geen sprake geweest van bureaucratie omdat er ter ondersteuning een ambtenaar bij het proces was betrokken.
Wat kunnen andere Nederlandse parken hiervan leren? Hoe kan het dat Nederlandse toparchitecten als Piet Oudolf of Adriaan Geuze in New York dankzij privaat geld voorbeeldprojecten als de High Line en Governors Island mogen ontwerpen en in eigen land niet? Waarom vindt het succesvolle beheermodel van de High Line, Central Park of Brooklyn Bridge Park met z’n talloze mogelijkheden voor ontspanning en inspanning; waar je bootjes kunt huren of in een antieke draaimolen kan bij ons nog geen navolging?
Publiek/Privaat
Het vormgeven en beheren van de publieke ruimte door publieke en private samenwerking begint in Nederland schoorvoetend medestanders te krijgen, Het Tilburgse Spoorpark is hier een voorbeeld van evenals het ‘ongepolijste’ Frontenpark in Maastricht waar flora en fauna worden gemixt met cultureel erfgoed en evenementen. Ook in Het Park bij de Euromast in Rotterdam lijkt het tij te keren. Sinds de opening van het hippe parkcafé Parqiet in een voormalig Koetshuis komt de loop weer in het mooiste park van Rotterdam. Antoinette van Hattem organiseert hier in rijksmonument Het Heerenhuys iedere zondag kamerconcerten: ‘Vooral bezocht door 40 plussers, omdat op zondagochtend jongeren nog in bed crashen, maar ik merk dat er onder jonge muzikanten een buzz is ontstaan; ze komen hier graag spelen. Het Park biedt een hartstikke mooie achtergrond en het publiek luistert heel aandachtig.’ Na 17 jaar het kleinschalige parkfestival ZomerZondagen te hebben geprogrammeerd kan Van Hattem worden beschouwd als parkkenner. Het hoeft volgens haar niet ingewikkeld te zijn om een plek te maken voor iedereen: ‘De essentie is dat mensen bij mooi weer weten: als ik nu ga, is er altijd iets te beleven. Ik droom van een klein mobiel podium voor akoestische optredens en waar je een ligstoel kunt lenen, tijdschriften of een boek van de bibliotheek. Met plek voor spelletjes; van jeu de boules tot sjoelen en tennis.’
Parkwachter
Een andere wens voor Het Park is de terugkeer van een parkwachter: ‘Het liefst een leuk, enthousiast mens, een gastheer of gastvrouw, initiatiefrijk en op een leuke manier de ogen en oren van Het Park. Wanneer je bij zo iemand ‘op bezoek’ gaat, in plaats van anoniem, laat je ook geen rommel achter en gedraag je je sociaal. In New York heb ik gezien dat er stoeltjes in een park staan en meubilair dat je naar eigen wens kunt verplaatsen, net als in de tuinen van het Rijksmuseum.’ Parken behoren tot de meest democratische, geliefde en gewaardeerde vormen van publieke ruimte. En overal geldt dat parken rust bieden, verkeerslawaai dempen, de stad koelen en ook nog eens overtollig regenwater opvangen. Iedereen houdt van parken en steden moeten vergroenen. Bestuurders zeggen dat en bewoners willen dat. Alle seinen dus op groen want het park is het sieraad van de stad.
Volgende pagina: Boijmans bij de Buren